Gezondheidsdialoog: daar wordt iedereen beter van.

Positieve gezondheid biedt een uitgelezen mogelijkheid om in een een-op-eensituatie het gesprek aan te gaan over iemands vermogen om een veerkrachtig antwoord te formuleren op de diverse uitdagingen van het leven. Dit komt voort uit de oriëntatie van het begrip positieve gezondheid. Het sluit aan bij de persoonlijke beleving en waardering van de verschillende dimensies van gezondheid. Mensen gaan ook zichzelf de vraag stellen wat zij belangrijk vinden aan hun gezondheid. De antwoorden op deze en vergelijkbare vragen liggen op verschillende terreinen (bijv mentaal, fysiek, of zingevingsgericht). Die hebben als gemeenschappelijke noemer dat zij bijdragen aan (versterking van) de eigen regie bij positieve gezondheid en het persoonlijk eigenaarschap van gezondheid.

Het gesprek over je eigen positieve gezondheid in een team van collega’s of een andere groep op het werk, is ook heel goed samen – desgewenst begeleid door een coach – te voeren. Het team benadert gezondheid dan als vermogen om de goede dingen te doen, met het doel gezond en optimaal te kunnen blijven functioneren. Dit betekent een verandering van perspectief: elkaars mogelijkheden kennen in plaats van informatie over klachten en beperkingen uitwisselen.

Het gesprek over positieve gezondheid kan in een organisatie bovendien de start zijn van een positieve spiraal. Uit onderzoek blijkt dat het gesprek over positieve gezondheid bijdraagt aan het sociaal organisatiekapitaal (een cultuurdimensie bestaande uit samenwerking, vertrouwen en rechtvaardigheid). Het sociaal organisatiekapitaal heeft op zijn beurt weer een positieve invloed op de gezondheid en het functioneren van medewerkers. Overigens bleek het sociaal kapitaal tussen medewerkers onderling daarbij belangrijker dan dat wat leidinggevenden en medewerkers in hiërarchische zin onderling ervaren.

Leidinggevenden kunnen daarom het beste een rol nemen in het faciliteren van de dialoog en het bevorderen van het sociaal kapitaal tussen medewerkers. Dat is effectiever dan zelf de een-op-een-dialoog met hun medewerkers aangaan.

 

Lees meer in Vakblad Arbo nr 1,2 2016, Vakmedianet